ROOSENDAAL – Ja hoor, daar is de hit van Eddy Christiani, wie kent hem niet? Tamboerijn, sambaballen en bellenkrans gaan de lucht in. ‘Ouwe taaie yippie yippie yee hee hee hee’ vult de activiteitenruimte van het Roosendaalse verpleeghuis St. Elisabeth.
Met z’n allen, schouder aan schouder zingen en muziek maken. Het mag weer, het kan weer nu alle 130 bewoners van St. Elisabeth twee keer zijn geprikt tegen corona en minister Hugo de Jonge groen licht heeft gegeven voor versoepelingen in de verpleeghuizen.
Jo (99) heeft er zin in. Zwaaiend met bellen laat de struise dame zich meevoeren met bekende liedjes uit de oude doos. ‘Daar bij die molen’, de klok van Arnemuiden, het is één groot feest van herkenning. De songteksten, ook Roosendaals repertoire zoals ‘Mijn stadje’, zitten er nog goed in bij Jo. ,,Het is een rare tijd, maar we moeten er weer wat gezelligs van zien te maken.”
Aan haar zal het niet liggen. Jo repeteert alvast voor de feestelijkheden rond haar honderdste verjaardag in oktober. Die mijlpaal moet gevierd worden, ze kijkt er reikhalzend naar uit. Niet omzien naar hoe het was met corona, maar vooruit kijken; dat geeft haar veel energie. ,,Ik ben niet ziek geweest, heb een lieve familie. Nee, geen kinderen, maar wel drie lieve broers. Gezellig is dit, hè.”
Hennie (88), al zeven jaar thuis in St. Elisabeth, is ook blij dat het nare virus is verjaagd. ,,Je kon nergens heen, de kinderen stonden te zwaaien onder het raam. Heel gek.” Maar het meest vervelend, aldus Hennie, was het gedoe bij de liften in huis. Opstoppingen in de gang waren uit den boze. Je moest vooral geduld hebben, rustig afwachten tot je een keer aan de beurt was.
Gezellig bij elkaar klonteren
Gelukkig is die ellende voorbij, met dank aan de vaccins. Groepsactiviteiten zoals de muziekmiddag zijn weer opgestart waarbij ouderen van de verschillende etages niet meer in de eigen bubbel hoeven te blijven, maar gezellig bij elkaar en door elkaar heen mogen klonteren. Weg met die anderhalve meter!
Muziek is het middel bij uitstek om ouderen te laten opbloeien, weet Imelda Hack die vanachter de piano de toon zet. Als muziekspecialist is Hack kind aan huis in het St. Elisabeth. Maar door corona en de onfortuinlijke sluiting van de verpleeghuizen vorig jaar kon zij lange tijd niet komen.
,,Muziek roept herinneringen op. Zeker dementerende ouderen gaan zich op die manier fijner voelen. Normaal werk ik met individuele bewoners. Ik ben nu eenmaal geen diskjockey”, lacht Hack.
Diskjockey of niet, de liedjes zorgen voor ontspanning en jolijt. Zo gauw geen tamboerijn voorhanden? Met de handen ferm op tafel slaan, werkt net zo goed, ondervindt een dame op respectabele leeftijd.
‘Als je haar maar goed zit’
De onbetwiste versoepelingstopper in het verpleeghuis is overigens de heropening van de kapsalon. ,,Echt een hoogtepunt. ‘Als je haar maar goed zit’; we zeggen het vaak voor de grap, maar het klopt wel! Het geeft mensen waardigheid, zo enorm belangrijk”, weet bestuurder Marieke Bouwman.
De watergolfjes en permanentjes wegen zelfs zwaarder dan de verruiming van de bezoekersregeling: liever eerst naar de kapper dan je eigen kinderen weer over de vloer. Die kinderen snappen dat trouwens wel. ,,Die zagen hun moeder tijdens het beeldbellen met een verlept kapsel en werden er zelf ook verdrietig van. De boodschap: zorg alsjeblief dat moeders’ haar gedaan kan worden. Da’s belangrijker dan dat wij op bezoek mogen komen”, hoorde Bouwman terug.
Laat onverlet dat iedereen natuurlijk dolblij is dat de deuren van St. Elisabeth weer open staan. Bewoners mogen twee bezoekers per dag ontvangen die van de minister niet meer uit hetzelfde huishouden hoeven te komen. Nog een opsteker: het mogen elke dag ándere bezoekers zijn. En als de visite, net als de bewoners, volledig gevaccineerd is, kan er weer geknuffeld worden
Dat laatste schreeuwen ze in het Roosendaalse verpleeghuis nog niet van de daken. Voorzichtigheid blijft geboden. ,,Bezoekers die nog niet geprikt zijn, moeten in de kamers van bewoners afstand houden en een mondkapje blijven dragen. Ook op de gangen draagt iedereen nog mondneusmaskers.”
Emotionele rollercoaster
De coronatijd zorgde voor een emotionele rollercoaster die diepe sporen naliet. De beslissing in de lente van 2020 om St. Elisabeth op slot te doen, was de moeilijkste ooit voor Bouwman.
,,Ik ben even bij een vrijwilliger aan de deur gaan staan. Weet nog hoe een vrouw in scootmobiel kwam aanrijden met een tasje schone was voor haar man. Ik moest zeggen dat ze niet meer binnen mocht. Bijna onmenselijk. Ze gaf het tasje, kon geen woord uitbrengen en reed weg. Dat beeld was hartverscheurend”, slikt Bouwman haar gevoelens weg. ,,Het was heel dubbel. We sloten mensen op en de meesten waren ons nog dankbaar ook.”
In oktober vorig jaar was er een grote uitbraak in het verpleeghuis. Het virus kostte uiteindelijk aan vier bewoners het leven. In vergelijking met andere zorginstellingen lijkt dat mee te vallen, maar vier blijft vier te veel, is de gedachte in St. Elisabeth.
,,En er zitten nog steeds medewerkers ziek thuis. Vier collega’s die in het najaar geveld werden door corona, kunnen nog steeds niet volledig werken. Twee uurtjes en dan gauw naar huis. Dat geeft aan hoe ernstig we het virus moeten nemen”, vindt zorgmanager Angelie Wondergem.
‘Samen eten is een levensbehoefte’
De kunst was, aldus Bouwman, om steeds te bezien wat wél mogelijk was ondanks corona. ,,Dat was een hele puzzel, maar we wilden bijvoorbeeld het restaurant voor onze bewoners perse open houden voor de warme maaltijd. Samen eten is voor ouderen een levensbehoefte.”
Zo geschiedde. De stoelen aan de eettafels werden uit elkaar geschoven, waarbij groepjes van bewoners samen aan de aardappels konden. Inmiddels kunnen bewoners van verschillende verdiepingen in huis weer samen eten, waarbij de hoop is dat ook bezoekers snel een vorkje kunnen mee prikken.
Onzekerheid en onrust zijn verjaagd. Maar een crisis is niet snel vergeten. Toen de schaarste aan beschermende kleding vorig jaar hoogtij vierde, stopten medewerkers van St. Elisabeth de gebruikte schorten in een grote zak. Ze zouden misschien toch weer nodig zijn, er zou misschien iets bedacht kunnen worden om ze te reinigen. Een medewerker zag bij een apotheek tientallen flessen met desinfecterend middel staan en belde naar Wondergem. ,,Ik zei, meteen kopen. Dat soort situaties hebben we meegemaakt.”
Maar de muziek klinkt weer. Ruim twintig ouderen, knus bij elkaar en zonder mondkapje, die zorgeloos genieten van koffie en thee en meedeinen met ‘ouwe taaie’ . In de kapsalon wordt een bewoonster in de krul gezet. Aan de arm van een verzorgster loopt ze een uurtje later terug naar de lift. ,,We zeggen steeds dat ze er weer uitzien als de koningin. Moet je ze zien stralen.”